Na 20 jaar noodhulp en wederopbouw verlaat noodhulporganisatie ZOA deze zomer Afghanistan. “Het was een moeilijk besluit”, bekent programma directeur Edwin Visser. “Het gaat nog lang niet goed in Afghanistan, maar grote donoren willen er nauwelijks meer in investeren. Dat houden we niet meer vol.” Sommige lokale ZOA-medewerkers hebben hun eigen organisaties opgericht om enkele projecten te kunnen voortzetten.
Voetafdruk
In de afgelopen 20 jaar heeft ZOA veel noodhulp- en wederopbouwprojecten uitgevoerd, en dat was hard nodig. Afghanistan wordt niet alleen geteisterd door allerlei vormen van geweld, ook natuurrampen hebben de toch al kwetsbare bevolking hard getroffen. Zo verleende ZOA noodhulp na zowel overstromingen als bij grote droogte in verschillende delen van het land. “ZOA laat een zichtbare voetafdruk achter”, zegt Rina Teeuwen, die namens ZOA in Afghanistan werkt. “We hebben het verschil kunnen maken in veel mensenlevens met onder andere praktische hulp: waterputten slaan, huizen herstellen, boeren helpen en meer dan 200 vrouwengroepen die opgezet zijn. Maar ook aan de sociale kant: van ondersteuning in een Vrouwengevangenis tot het bevorderen van vrede in gemeenschappen. Onze projecten strekten zich uit van Uruzgan in het gewelddadige zuiden tot in het onherbergzame noorden. We laten een duurzame erfenis achter.”
Pijnlijk
Ook Edwin Visser is dankbaar voor wat ZOA heeft kunnen betekenen in Afghanistan, maar hij vindt het vertrek toch pijnlijk. “Het is heel anders dan ons gelijktijdige vertrek uit Sri Lanka, waar we een redelijk stabiel land achterlaten dat we hebben geholpen van noodhulp naar wederopbouw. Het Afghaanse volk lijdt nog steeds onder natuurrampen, oorlogen, terrorisme en cultureel geweld. Het lukt ons de laatste jaren niet om voldoende financiering voor de projecten te krijgen. Daarom moeten we ons terugtrekken.”
Positief
Het vertrek van de Nederlandse hulporganisatie heeft ertoe geleid dat ZOA collega’s het initiatief hebben genomen om lokale organisaties op te zetten. Ze maken daarbij gebruik van de training en ervaring die ze tijdens hun ZOA periode hebben ontvangen en opgedaan. Ze krijgen ondersteuning bij het schrijven van de plannen. Rina Teeuwen is blij dat sommige projecten zo toch door kunnen gaan. “Ik vind het mooi om te zien dat het vergroten van de weerbaarheid van vrouwen iets heel concreets oplevert: onze vrouwelijke collega’s hebben hun eigen organisatie opgezet en fondsen geworven. Zij gaan dus door met ons programma. Dan draag ik het graag over!”
Lees meer over wat ZOA heeft bereikt in Afghanistan op zoa.nl/afghanistan
Fotobijschrift: In de droge gebieden van Afghanistan heeft ZOA tientallen waterpompen aangelegd, zoals deze in Nanganhar, vlakbij de grens met Pakistan. (Foto: ZOA)