Geen brood op de plank, geen cent in je portemonnee en geen idee hoe je vandaag je kinderen gaat voeden: voor 690 miljoen mensen wereldwijd is dit de dagelijkse realiteit. Daarom roepen we deze week iedereen op om ons te helpen om honger tegen te gaan. We delen bijvoorbeeld voedselpakketten uit, maar anno 2021 kan voedselhulp ook op vele andere manieren. Dit zijn zes innovatieve manieren waarop we honger tegengaan.
Eerst even: waarom niet alleen voedselpakketten uitdelen?
Raimond Duijsens, community resilience advisor bij het Rode Kruis: “Als mensen in nood zijn, helpt het Rode Kruis met voedsel en andere eerste levensbehoeften. Dat doen we al jaren en zullen we ook blijven doen.
Maar we komen niet alleen meer in actie als de ramp al is gebeurd. Het klimaat wordt grilliger en steeds meer mensen worden getroffen door een ramp. Als we alleen hulp achteraf blijven bieden, blijven we achter de feiten aan lopen.
Daarom doen we ook veel om te voorkomen dat mensen honger krijgen. We helpen bijvoorbeeld boeren om op een efficiëntere manier voedsel te verbouwen. Zo voorkomen we honger en houden mensen zelf de controle.”
Hieronder vind je zes manieren waarop we honger tegengaan.
1. De juiste zaden uitdelen
Veel honger ontstaat doordat oogsten mislukken door bijvoorbeeld overstromingen of droogte. Bovendien zijn de weersomstandigheden in veel landen aan het veranderen en kunnen sommige traditionele gewassen daar niet goed tegen.
Daarom delen we zaden uit van gewassen die beter groeien bij de nieuwe weersomstandigheden. Zo deelden we in Zuid-Soedan onder andere zaden uit voor pompoenen omdat die beter tegen het weer in het gebied kunnen.
2. Andere landbouwtechnieken gebruiken
We kunnen honger niet alleen bestrijden met het kweken van andere gewassen, ook de manier waarop planten worden gekweekt kan zorgen voor een betere oogst. Met slimme landbouwtechnieken zorgen we onder andere dat regenwater beter in de grond wordt opgenomen.
“Een voorbeeld zijn zogenoemde ‘zaï pits’”, vertelt Duijsens. ”Dit zijn kuilen die worden gevuld met bijvoorbeeld bladeren en takken. Na een tijdje doe je daar mest bij en dek je de kuil af met aarde. Als daarna regenwater wordt opgenomen, ontstaat hele vruchtbare grond. Door de kuilen kan de grond minder makkelijk wegspoelen bij overstromingen en wordt het water langer vastgehouden bij droogte. Zo krijg je dus landbouwgrond die beter tegen extreme weersomstandigheden kan.”
Onlangs werden bijvoorbeeld goede resultaten behaald in Mali. Daar kregen boeren betere zaden en legden ze de zaï-kuilen aan. Na de aanleg konden de boeren drie keer zoveel graan oogsten als het jaar ervoor!
3. Toegang tot betere weervoorspellingen
Als boeren weten welk weer ze kunnen verwachten, kunnen ze zorgen voor een betere oogst. Daarom proberen we boeren toegang te geven tot betere informatie over het weer.
Duijsens: “Er zijn steeds betere voorspellingen beschikbaar waarmee we een paar maanden vooruit kunnen kijken. Boeren kunnen op basis daarvan de zaden planten die het beste passen bij het verwachte weer in het komende seizoen. Maar ook de weersverwachting voor de komende twee weken kan heel belangrijk zijn. Als je bijvoorbeeld weet dat er kans is op erg zware regenval, dan kun je beter nog even wachten met zaaien, of juist eerder gaan oogsten.”
4. Meer variatie in gewassen aanbrengen
Stel: alle boeren in een land verbouwen tarwe. Dan heb je een behoorlijk probleem als de oogst van tarwe mislukt door een schimmelplaag. Daarom helpen we mensen om meer verschillende gewassen te verbouwen. Zo spreiden we de risico’s. Als de ene oogst mislukt, is er een kans dat de andere gewassen wél kunnen gedijen bij de weersomstandigheden.
5. Mensen aan andere inkomstenbronnen helpen
Als je alleen leeft van de maïs op je kleine stukje land, dan heb je niets te eten als je oogst mislukt. Ook kun je de maïs dan niet verkopen op de markt, waardoor je geen geld verdient om eten te kopen.
Daarom helpen we mensen om minder afhankelijk te worden van één inkomstenbron. Zo leren we vrouwen in Mali bijvoorbeeld om kaas te maken. Daardoor blijft melk langer houdbaar in hun eigen voorraadkast, maar kaas kunnen ze ook voor een hoger bedrag verkopen. Ook introduceerden we mudfish bij boeren in Kenia: vissen die je in weinig water kunt kweken en die een hoge voedingswaarde hebben.
Duijsens: “Bij deze hulp houden we ook rekening met het culturele aspect. Zo zijn mensen in sommige streken gewend om alleen vlees te eten, en dan is vis best even wennen. Dat is alsof wij in Nederland plotseling insecten krijgen voorgeschoteld. We houden daar rekening mee en geven voorlichting.”
6. Boodschappenkaarten uitdelen
Helaas lukt het niet altijd om honger te voorkomen. Door bijvoorbeeld conflicten, natuurrampen en de pandemie hebben momenteel maar liefst 690 miljoen mensen wereldwijd honger.
We delen daarom voedselpakketten en maaltijden uit om hen te helpen, maar ook boodschappenkaarten. Boodschappenkaarten zijn vouchers waarmee mensen in de winkel eten kunnen kopen. Zo kunnen ze zelf kiezen en hun eten afstemmen op bijvoorbeeld voedselallergieën.
In onder andere Nederland delen we zelfs elektronische kaarten uit aan mensen in nood waarmee zij boodschappen kunnen doen in de supermarkt. Hierop staat een vast bedrag en mensen kunnen het gebruiken als een soort pinpas. “De kaarten zijn een goede manier om mensen het gevoel van eigenwaarde te laten behouden,” legt Duijsens uit. “Als iemand in de knel zit en hulp nodig heeft, kan diegene nog wel naar de supermarkt en zelf zijn boodschappen kiezen, net als ieder ander.”
Help ook om honger tegen te gaan
Van een alleenstaande moeder in Nederland tot een gezin met vijf kinderen in Zuid-Soedan: tijdens de coronapandemie zijn er overal ter wereld mensen die niet genoeg te eten hebben. Verwacht wordt dat het wereldwijde aantal mensen met honger dit jaar zal toenemen tot 820 miljoen. We mogen hen niet vergeten. Steun onze voedselhulp en doneer op giro 5125 (IBAN NL02INGB0000005125)!