Fondsen.org logo

Wereldwijde toename vleesproductie bedreiging voor volksgezondheid

Ziekten als de vogelgriep kunnen niet worden ingeperkt als de mondiale vleesproductie blijft stijgen. Nieuw onderzoek van World Animal Protection legt de risico’s van de industriële veehouderij voor de volksgezondheid bloot, en volgens prognoses wordt zowel dier als mens slachtoffer van de wereldwijd steeds maar toenemende vlees- en zuivelconsumptie. Dirk-Jan Verdonk, directeur World Animal Protection: ‘Deze situatie is niet langer houdbaar.’

Het onderzoek van World Animal Protection, dat vandaag op Wereldgezondheidsdag naar buiten is gebracht, toont met behulp van recente cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie aan dat de industriële veehouderij een negatieve impact heeft op de volksgezondheid. Uit het rapport blijkt dat de manier waarop ons vlees wordt geproduceerd in direct verband staat met wereldwijde gezondheidsproblemen als ondervoeding en obesitas, antibioticaresistentie en – momenteel een urgent voorbeeld in Nederland –ziekten als vogelgriep.

Mensen eten steeds meer vlees

De toename van vleesconsumptie is een wereldwijde trend. Zonder maatregelen is er naar verwachting in 2030 een groei van 30% in Afrika, 18% in Azië-Pacific, 12% in Latijns-Amerika en 9% in Noord-Amerika.[1] Ook in Europa gaan we volgens prognoses niet minder vlees eten, al blijft de groei met 0,4% ten opzichte van andere werelddelen beperkt. Als de huidige dierenwelzijnsstandaarden blijven bestaan – die door menig dierenwelzijnsorganisatie worden bekritiseerd – zullen er over de hele wereld miljarden dieren met teveel tegelijk in kooien of dichte stallen blijven leven, met verminkingen, stress en ziektes als orde van de dag. En: de ideale omgeving voor ziekteverwekkers als vogelgriep om zich te verspreiden, met het risico om ook op de mens over te springen.

Dirk-Jan Verdonk, directeur van World Animal Protection, vindt het zorgelijk dat een internationaal actieplan uitblijft. ‘De huidige situatie toont opnieuw aan dat er veel mis is met de manier waarop we dieren houden. De industriële veehouderij veroorzaakt levenslang lijden voor dieren en is een gevaar voor de menselijke gezondheid. Nu zien we dat in Nederland aan de vogelgriep, maar de gevolgen zijn groot voor de hele wereld, zowel nu als in de toekomst. Vlees, vis en zuivel lijken misschien goedkoop, maar kosten ons wereldwijd veel geld door schadelijke gezondheidseffecten. Intussen investeren overheden in goedkoop vlees en daarmee in grootschalig en structureel dierenleed. Dat is echt niet langer houdbaar. Ons voedselsysteem moet dringend een slag maken naar diervriendelijk en duurzamer, want de huidige situatie is schadelijk voor mens, dier en planeet.’ 

Andere gezondheidsrisico’s

Naast het risico op zoönosen worden er in het rapport meer manieren uiteengezet waarop de vee-industrie nu en in de toekomst onze volksgezondheid bedreigt. Zo sterven er jaarlijks 1,2 miljoen mensen door ‘superbugs’, bacteriën die door veelvuldig gebruik van antibiotica resistent zijn geworden.[2] Dat aantal zal naar schatting komende decennia hard gaan groeien.[3] Driekwart van alle antibiotica ter wereld wordt ingezet in de vee-industrie[4], voornamelijk op grootschalige veehouderijen met lage welzijnsstandaarden. Ook koppelt de World Animal Protection ondervoeding en obesitas aan de mondiale vleesproductie: door de hoeveelheid land die wordt ingezet voor gewassen als soja om veedieren mee te voeren, worden voedseltekorten in de hand gewerkt, terwijl tegelijkertijd de hoge volumes goedkoop vlees van grootschalige veehouderijen uitnodigen tot overmatige consumptie van vlees, een risicofactor voor cardiovasculaire ziekten.[5]

World Animal Protection pleit voor een halvering van de huidige dierlijke consumptie per 2040. De organisatie spoort wereldwijd overheden, bedrijven en financiële instellingen aan om daaraan bij te dragen.