In de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn de afgelopen jaren regelmatig hevige gevechten uitgebroken tussen gewapende groepen. Als gevolg hiervan heeft meer dan de helft van de 5 miljoen Centraal-Afrikanen dringend behoefte aan noodhulp, zoals voedsel, water, hygiëne en onderdak.
Het recente conflict is ontstaan tijdens de presidentsverkiezingen, in de laatste week van 2020, en heeft nog eens een flink schep bovenop de toch al extreme en moeilijke levensomstandigheden van de bevolking gedaan.
Een coalitie van partijen die elkaar eerder naar het leven stonden, opende in verschillende delen van het land het vuur op troepen van de overheid en de Verenigde Naties trok de hoofdstad binnen in een poging de regering omver te werpen.
De Centraal-Afrikaanse Republiek nu: gecompliceerd, ontvlambaar en zeer kwetsbaar
De herkozen president Faustin-Archange Touaderá heeft voor 15 dagen de noodtoestand uitgeroepen. Om de vrede in zijn land te bewaren, is Touaderá afhankelijk van de VN-missie MINUSCA en van andere buitenlandse spelers, waaronder Rusland en Frankrijk, wat de toch al onstabiele en kwetsbare situatie in het land verder compliceert.
Saa Millimono is noodhulpcoördinator voor Cordaid in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Vanuit het epicentrum van dit gekwelde land geeft hij een update over de situatie ter plaatse.
Reisbeperkingen
Hoewel het leven in de hoofdstad Bangui weer enigszins terug bij het normale lijkt, zijn de gevolgen van het nieuwe conflict vrijwel overal voelbaar, vertelt Millimono. “De prijzen van voedsel en andere belangrijke goederen zijn aanzienlijk gestegen. Dit is een gevolg van de blokkade die is opgelegd door de coalitie van gewapende groepen tussen Bangui en Douala in Kameroen, de belangrijkste bevoorradingshaven. Ook kunnen de andere provincies niet vanuit de hoofdstad worden bevoorraad. Dat baart ons grote zorgen.”
“Er zijn medewerkers die hun hele huishouden naar een veiligere buurt moesten verhuizen. Sommigen van hen leven in angst.”
Na een verwoestende, maar mislukte aanval op een buitenwijk van Bangui, is het in grote delen van het land verboden om rond te reizen. Om meer aanvallen te voorkomen, heeft de regering ook een avondklok ingesteld.
Impact op de projecten van Cordaid
“Deze situatie maakt ons werk erg moeilijk. De medewerkers kunnen niet reizen om de situatie ter plekke te beoordelen en hulp te organiseren voor mensen in nood”, legt Millimono uit. “De impact op de projecten van Cordaid kan behoorlijk groot zijn. In sommige gevallen kunnen we vanwege de avondklok niet werken. Ondanks de enorme behoefte aan hulp, hebben we moeite om personeel in het veld in te krijgen, sommige nieuwe projecten lopen nu vertraging op en de hogere voedselprijzen maken de hulpverlening duurder. Er zijn medewerkers die hun hele huishouden naar een veiligere buurt moesten verhuizen. Sommigen van hen leven in angst.”
Activiteiten herstarten
Als hulp- en ontwikkelingsorganisatie met tientallen jaren ervaring in de moeilijkste en gevaarlijkste gebieden ter wereld, zal Cordaid de nodige expertise inzetten om mensen in nood te blijven ondersteunen, hoe onvoorspelbaar de omstandigheden ook zijn. “We moeten een goede analyse maken van de veiligheidssituatie en een beslissing nemen over het inzetten van personeel”, zegt Millimono. “We zullen ook coördineren met andere hulporganisaties, de regering en de Verenigde Naties om onze activiteiten weer op gang te brengen en we zullen de partijen in het conflict vragen om ons toegang te geven tot bepaalde gebieden.”