Het Hooggerechtshof van Lahore, Pakistan, heeft Shagufta Kausar en haar echtgenoot Shafqat Emmanuel vrijgesproken. Het christelijke echtpaar werd in 2014 ter dood veroordeeld op beschuldiging van het ‘sturen van godslasterlijke teksten’.
‘De beslissing maakt een einde aan de 7 jaar durende beproeving van een echtpaar dat niet veroordeeld had mogen worden’, zegt Dinushika Dissanayake van Amnesty International. ‘Zaken die gaan om ‘godslastering’ zijn vaak gebaseerd op zwak bewijs. In een omgeving waar een eerlijke proces niet is gegarandeerd, is deze uitspraak extra belangrijk. De autoriteiten moeten nu onmiddellijk Shafqat, Shagufta, hun familie en hun advocaat Saiful Malook bescherming bieden.’
Noodzaak om blasfemiewetten aan te passen
‘Deze zaak staat helaas symbool voor het lastigvallen, de intimidatie en de aanvallen waar degenen die beschuldigd worden van ‘godslastering’ voortdurend mee worden geconfronteerd. Het benadrukt de dringende noodzaak om de blasfemiewetten in te trekken die te lang zijn gebruikt om toch al belaagde minderheden in Pakistan aan te vallen’, zegt Dissanayake.
Achtergrond
Shagufta Kausar en Shafqat Emmanuel werden in 2014 ter dood veroordeeld nadat naar verluidt ‘godslasterlijke’ sms’jes waren verzonden vanaf een telefoon die op Kausars naam stond geregistreerd. De twee zaten 7 jaar gevangen in afwachting van hun beroep tegen hun doodvonnis, zoals de Pakistaanse wet verplicht.
De blasfemiewetten van Pakistan zijn breed, vaag en dwingend waardoor ze misbruikt kunnen worden en ze schenden de internationale wettelijke verplichtingen van Pakistan om de mensenrechten, zoals de vrijheid van godsdienst, te respecteren en te beschermen. Ze zijn vaker gebruikt om religieuze minderheden aan te vallen en persoonlijke vendetta’s te beslechten. Op basis van weinig of geen geloofwaardig bewijs is het voor de beschuldigden uiterst moeilijk om hun onschuld te bewijzen, terwijl boze en gewelddadige mensen de politie, getuigen, openbare aanklagers, advocaten en rechters proberen te intimideren.