Fondsen.org logo

Verbeterde kansen dankzij vroege opsporing darmkanker

Half maart vorig jaar werd als gevolg van de coronamaatregelen het bevolkingsonderzoek darmkanker stopgezet om pas half mei weer op gang te komen. Bovendien daalde het aantal verwijzingen door huisartsen. Dit heeft tot een forse afname in het aantal diagnoses geleid. Maag-, Darm- en Leverarts Marcel Spanier (Rijnstate Ziekenhuis) en Leon Moons (UMC Utrecht) leggen uit wat de impact is.

Levensstijl en darmkanker

Met een gezonde levensstijl kun je de kans op de spontane vorm van darmkanker verkleinen, stelt Spanier. “Zoals vezelrijk voedsel en verse groenten en fruit eten, matig alcoholgebruik en dertig minuten bewegen per dag. Met name overgewicht en roken hebben invloed op het risico, maar ook rood en/of bewerkt vlees.” De gezamenlijke boodschap van de MDL-artsen is: “Doe mee als je een uitnodiging voor een bevolkingsonderzoek krijgt – als je kanker hebt, is je prognose aanzienlijk beter als die daarbij wordt gevonden – en ga echt naar de huisarts als je klachten hebt. De ziekenhuizen beschikken weer over voldoende capaciteit voor verder onderzoek.

Het stilleggen van het bevol­kingsonderzoek, tijdens de eerste lockdown, heeft een flinke impact gehad. In 2019 waren er rond de 12.800 diag­noses darmkanker. Afgelopen jaar was dat 11.700. “Dat is een afname van 8,6%. We missen patiënten. Dezelfde trend zie je ook bij andere vormen van kanker en bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.” De daling is grotendeels veroorzaakt door de tijdelijk stop van het be­volkingsonderzoek, verklaart Marcel Spanier. Hij is lid van de werkgroep vroege detectie darmkanker, betrokken bij de zorg voor en onderzoek naar personen met een verhoogde kans op darmkanker (familiair en erfelijk) en ook schrijver van het kinderboek ‘Van Mond Tot Kont’ dat deze maand is verschenen over de werking van het spijsverteringskanaal.

Mogelijk meer uitgezaaide darmkanker

“De gevolgen gaan we pas volgend jaar en misschien ook nog de jaren daarna echt goed zien,” vertelt Leon Moons, voorzitter van de werkgroep vroege detectie darmkanker. “We zijn er bang voor dat de uitgestelde diagnoses leiden tot meer uitgezaaide darm­kankers zoals die buiten het bevolkingsonderzoek worden aangetroffen.” Het aantal ver­wijzingen door huisartsen is eveneens aanzienlijk afgeno­men. “Veel patiënten hebben gewacht, omdat ze bang voor besmetting zijn of andere re­denen. Wat het lastig maakt, is dat het uitstel niet zomaar is ingehaald. De capaciteit voor endoscopisch onderzoek van ziekenhuizen lag door de coronamaatregelen op 60 procent van de normale capaciteit.”

Bij het bevolkingsonderzoek worden vooral vroege stadia (stadium 1 en 2) tumoren gevonden. Zo’n 25% van de diagnoses is in het vroegste stadium. “Dat maakt een enorme impact,” benadrukt Moons. “Je kunt deze met een endoscopie behandelen en de kans dat de ziekte terugkeert is aanzienlijk kleiner. Als de darmkanker binnen het bevol­kingsonderzoek wordt gevon­den, is de kans dat je na vijf jaar nog in leven bent 85%. Dat ligt bij diagnoses buiten het bevolkingsonderzoek rond de 62%.”

Tijdig opsporen darmkanker

Ongeveer één op de twintig mensen hebben kans op het ontwikkelen van darmkanker. Mannen iets vaker dan vrou­wen. In zo’n tachtig procent van de gevallen is sprake van een spontane vorm, die voortkomt uit een darmpoliep. “Dat is het voorstadium van darmkanker. Vind je die tijdig, dan voorkom je darmkan­ker,” benadrukt Spanier. Deze spontane vorm ontstaat vanaf een leeftijd van rond de zestig jaar. Om er op tijd bij te zijn, ontvangen mannen en vrou­wen van 55 tot en met 75 jaar elke twee jaar automatisch een uitnodiging voor het be­volkingsonderzoek darmkan­ker. “Het doel is poliepen te vangen. Zo’n veertig procent van alle darmkankers wordt door het bevolkingsonderzoek gevonden. De rest na klachten en bij geplande darmcontro­les”.

Het spijsverteringskanaal bestaat uit de dunne en dikke darm en de endeldarm. In de dunne darm ontstaat zelden kanker. Drie kwart van de diagnoses betreft de dikke darm, doceert Spanier. “Het voordeel van de screening is dat de (voorfase van) darm­kanker in een vroeg stadium wordt ontdekt. Bij klachten is de kanker vaak al een fase verder, met uitzaaiing naar de lymfeklieren of andere organen.” Het advies van de MDL-artsen luidt dan ook om klachten niet te negeren of te wachten. “Bloed bij de ontlas­ting, een verandering in het ontlastingspatroon of ge­wichtsverlies zijn signalen die je niet moet negeren. Het is aan de huisarts om te bepa­len of het verontrustend is.”

Endoscopie versus operatie

Met name de vroege vormen van darmkanker die in het bevolkingsonderzoek wor­den gevonden, zijn goed te behandelen. De behandeling kan steeds meer endosco­pisch plaatsvinden in plaats van chirurgisch. “Het bevol­kingsonderzoek heeft als eerste doel om darmkanker in een eerder stadium te ontdekken.” Hoe vroeger het stadium, des te beter de kans op overleving. Stan­daard wordt bij darmkanker een stuk darm weggehaald, waarbij ook de omliggende lymfeklieren worden mee­genomen. “Juist bij de hele vroege fase van darmkanker, stadium 1, kan een ingreep waarbij het weefsel met een lokale behandeling uit de darmwand wordt gesneden net zo effectief zijn als een operatie,” vertelt Moons. “Daar proberen we nu een verbeterslag in te maken, zo­dat meer mensen in aanmer­king komen voor een lokale verwijdering. Bij de stadia waarbij de kanker al dieper in de darmwand zit, blijft de operatieve ingreep de beste behandeling.”

Opsporing darmkanker

Ongeveer 50% van de darm­kankers wordt ontdekt na klachten. Veertig procent bij het bevolkingsonderzoek. De resterende tien procent bij mensen die vanwege bijvoorbeeld een chronische darmontsteking, zoals de ziekte van Crohn en colitus ulcerosa, een verhoogd risico hebben. Dat geldt ook voor mensen met een familiaire en erfelijke belasting. Om dit te beoordelen of er een extra verhoogde kans is op het krij­gen van darmkanker kan de ‘familiecheck’ van de Maag Lever Darm Stichting helpen.

Met een gezonde levensstijl kun je de kans op de spontane vorm van darmkanker verkleinen, stelt Spanier. “Zoals vezelrijk voedsel en verse groenten en fruit eten, matig alcoholgebruik en dertig minuten bewegen per dag. Met name overgewicht en roken hebben invloed op het risico, maar ook rood en/of bewerkt vlees.” De gezamenlijke boodschap van de MDL-artsen is: “Doe mee als je een uitnodiging voor een bevolkingsonderzoek krijgt – als je kanker hebt, is je prognose aanzienlijk beter als die daarbij wordt gevonden – en ga echt naar de huisarts als je klachten hebt. De ziekenhuizen beschikken weer over voldoende capaciteit voor verder onderzoek.”