Den Haag, 12 november 2024 – In een baanbrekend vonnis heeft het Gerechtshof bepaald dat Shell verantwoordelijk is voor het verminderen van haar CO₂-uitstoot en daarmee een bijdrage moet leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. In het hoger beroep van de Klimaatzaak tussen Milieudefensie en Shell is geconcludeerd dat de olie- en gasreus een verantwoordelijkheid draagt om haar uitstoot te verminderen, hoewel geen concrete reductieverplichting is opgelegd.
Milieudefensie-directeur Donald Pols benadrukt de langdurige aard van deze strijd: “Het aanpakken van grote vervuilers is een marathon en geen sprint. We gaan door tot alle vervuilende bedrijven stoppen met het veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering.” Advocaat Roger Cox voegt toe dat het vonnis impact heeft op het gehele bedrijfsleven en niet enkel op Shell. Volgens Cox toont deze uitspraak dat bedrijven, net als landen, een verantwoordelijkheid hebben om hun uitstoot te beperken in overeenstemming met het Parijs-akkoord.
Het Gerechtshof onderstreepte daarnaast dat klimaatbescherming een mensenrecht is en dat bedrijven, inclusief Shell, verplicht zijn om de rechten van mensen te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Bovendien benadrukten de rechters de Europese klimaatplicht, die Shell en andere grote vervuilers verplicht om een klimaatplan te ontwikkelen dat in lijn is met de doelen van het Parijs-akkoord.
In zijn slotwoord sprak Pols zijn steun uit voor de duizenden mensen die Milieudefensie steunen in deze juridische strijd: “Shell moet zijn verantwoordelijkheid nemen voor zijn bijdrage aan gevaarlijke klimaatverandering. Wij blijven strijden met alle mensen die deze zaak een warm hart toedragen.