De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO is onvoldoende transparant over haar financieringen en investeringen en handelt daarmee in strijd met haar mandaat. Dat blijkt uit een nieuw rapport van International Accountability Project en de Foundation for the Development of Sustainable Policies, onderschreven door 28 organisaties waaronder Both ENDS, SOMO en Oxfam Novib. De organisaties deden onderzoek naar de mate van transparantie van FMO over haar investeringen in de periode tussen 1 januari 2019 en 31 mei 2020. Slechts in 25% van de gevallen werd bekendgemaakt welke potentiële negatieve gevolgen een investering van FMO zou hebben voor mens en milieu.
“Als het bos naast je dorp wordt gekapt om er een palmolieplantage van te maken, of er komt een grote dam in de rivier waarvan je voor water en vis afhankelijk bent, dan moet je toegang hebben tot informatie om je belangen te verdedigen en een stem te hebben in de besluitvorming”, zegt Anne de Jonghe van Both ENDS. “FMO blijft vertrouwen hebben in haar klanten om mensen te informeren en mee te nemen in de besluitvorming, terwijl juist deze klanten er vaak belang bij hebben om niet het eerlijke verhaal te vertellen over wat zo’n project oplevert en wat het kost. FMO zou als investeerder zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor die informatievoorziening, maar schiet hierin helaas ernstig tekort.”
Opereren met publiek geld
Als ontwikkelingsbank die grotendeels gefinancierd wordt met publiek geld, heeft FMO de opdracht en de verantwoordelijkheid om te investeren in duurzame, eerlijke projecten die het leven van mensen verbeteren en mensenrechten respecteren. Een manier om dat te waarborgen is het nastreven van een zo groot mogelijke transparantie over voorgenomen investeringen en het betrekken van gedupeerde gemeenschappen in de besluitvorming rond een project. Dit onderzoek laat zien dat FMO op dat gebied nog een wereld te winnen heeft.
Geen rapportages over sociale en milieueffecten
Uit een analyse van 241 projecten die tussen 1 januari 2019 tot 31 mei 2020 zijn gepubliceerd op de website van FMO, blijkt dat de potentiële negatieve gevolgen van de investering in slechts 59 gevallen (25%) in meer of mindere mate aan bod kwamen. Voor de overige 182 investeringen (75%) staat daar niets over vermeld op de website.
Bijlagen met meer gedetailleerde technische informatie, zoals rapportages over sociale en milieueffecten, waren in geen enkel geval beschikbaar op de website. “De informatie die er wel is, is bovendien alleen beschikbaar in het Engels, terwijl FMO investeringen heeft over de hele wereld, veelal in landen waar Engels niet de voertaal of zelfs de tweede taal is”, zegt Ishita Petkar van International Accountability Project (IAP). “FMO moet voldoen aan het recht op informatie voor de gemeenschappen die geraakt worden door hun investeringen. Echte duurzame ontwikkeling vereist het respecteren van mensenrechten. FMO moet er dus voor zorgen dat essentiële informatie, inclusief technische documenten, publiek toegankelijk is in nationale en lokale talen.”
FMO moet beleid en praktijk verbeteren
De 28 organisaties hebben een brief geschreven aan FMO waarin ze de bank oproepen om haar beleid en praktijk op het gebied van transparantie grondig te herzien en te versterken. Dit omvat onder meer de verbetering van informatievoorziening op de FMO-website volgens internationale standaarden, en een verplichting aan klanten om projectdocumentatie volledig openbaar te maken. Ook moet FMO ervoor zorgen dat die informatie begrijpelijk is voor de betrokken gemeenschappen en deze ook bereikt, zodat ze zinvol kunnen deelnemen aan besluitvormingsprocessen rond projecten.