Terre des Hommes Nederland ondersteunt de conclusies in het rapport van de Commissie Joustra over interlandelijke adoptie en pleit ervoor dat de tijdelijke stop zal leiden tot afschaffing. Terre des Hommes heeft met de commissie gesproken over de totstandkoming van adopties uit Bangladesh in de jaren ‘70 en tevens haar standpunten over interlandelijke adopties gedeeld.
Terre des Hommes in Bangladesh
Terre des Hommes Nederland bood in de jaren ‘70 medische noodhulp, scholing en hulp bij de bouw van noodonderkomens in het door burgeroorlog en natuurrampen geteisterde Bangladesh. Onze toenmalige lokale directeur in Bangladesh werd naast zijn dienstbetrekking bij Terre des Hommes ook betaald door de Nederlandse adoptieorganisatie BIA (Bureau Interlandelijke Adoptie). In die rol begeleidde hij ook adopties. Terre des Hommes NL was hiervan op de hoogte maar had geen rol in de adoptieprocedures. In 1977 werd hij ervan beschuldigd dat hij ouders onder valse voorwendselen heeft overtuigd hun kind af te staan voor adoptie. Hij zou daarbij het vertrouwen hebben misbruikt dat deze ouders hadden in het BIA en in Terre des Hommes.
In reactie op hernieuwde vragen over deze kwestie door de geadopteerden uit deze periode en het onderzoek van de Commissie Joustra heeft Terre des Hommes getracht zoveel mogelijk historische informatie over onze werkzaamheden in Bangladesh in de jaren 70 beschikbaar te maken en te duiden. De rapportage hiervan hebben wij in september 2020 gedeeld met de belangenorganisaties van de geadopteerden en de Commissie Joustra.
Het is veertig jaar na dato moeilijk om vast te stellen hoe iedere adoptie precies tot stand is gekomen. Wij hebben geen bewijs gevonden dat onze toenmalige landendirecteur zijn positie als vertegenwoordiger van Terre des Hommes zou hebben misbruikt. Uit de verschillende procedures en onderzoeken is dit destijds niet gebleken. Wij hebben echter wel gezien dat door de verwevenheid van alle hulporganisaties en de chaotische humanitaire noodsituatie in Bangladesh, de werkzaamheden van de verschillende internationale en lokale hulporganisaties in de praktijk door elkaar liepen. In die zin is Terre des Hommes wel verweven geweest met deze adopties. Medewerkers van Terre des Hommes waren op enig moment bijvoorbeeld betrokken bij de begeleiding van de kinderen naar Nederland.
Als kinderrechtenorganisatie voelen wij ons zeer betrokken bij de geadopteerden die worstelen met onzekerheid over hun herkomst en de omstandigheden van hun adoptie. Ook hebben wij oog voor de families in Bangladesh die met vergelijkbare vragen zitten over het lot van hun geadopteerde kind, broer of zus. Wij hebben daarom afgelopen jaar steun aan de belangenvertegenwoordigers van de geadopteerden aangeboden. De komende twee jaar geven wij financiële en -desgewenst- praktische steun aan hun initiatieven om met een gericht zoekprogramma het contact tussen geadopteerden en hun verwanten te herstellen. Wij hopen hier op korte termijn samen met deze organisaties meer over te kunnen melden.
Afschaffing interlandelijke adoptie
Als kinderrechtenorganisatie hopen wij dat het rapport van de Commissie Joustra bijdraagt aan het maatschappelijke debat over de onwenselijkheid van interlandelijke adoptie. Terre des Hommes Nederland is tegen interlandelijke adoptie en heeft dit ook aan de Commissie kenbaar gemaakt. Natuurlijk zien wij ook dat er de afgelopen jaren vele geslaagde adopties tot stand zijn gekomen. Maar er gaat ook veel mis. Daarom vinden wij dat in plaats daarvan gewerkt moet worden aan de versterking van de jeugdzorg systemen in landen van herkomst zodat kinderen in eigen land en cultuur kunnen worden opgevangen. Dit is in lijn met het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Dit verdrag erkent het recht van kinderen om in hun eigen omgeving op te groeien en hun eigen identiteit te kennen. Interlandelijke adoptie is geen legitieme invulling van de zorgplicht die overheden hebben ten opzichte van hun kinderen. Wij zijn blij dat de Commissie Joustra een soortgelijke benadering kiest zoals ook bepleit in het advies van de Raad voor Straftoepassing en Jeugdbescherming. In hun rapport “Bezinning op Interlandelijke Adoptie” uit 2016 pleit de RSJ, na zorgvuldige afweging van de voor en nadelen ook voor de afschaffing van interlandelijke adoptie.