Multinationals die telecomtechnologie aan Iran leveren moeten meer doen om te voorkomen dat zij verwikkeld raken in mensenrechtenschendingen, concluderen Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), de International Federation for Human Rights (FIDH) en Justice for Iran in de eerste van vier papers over due diligence en repressieve regimes als Iran.
Gezien de mogelijke afname van de spanningen tussen Iran en de internationale gemeenschap en het lopende debat in de Verenigde Staten over de terugkeer van de nucleaire overeenkomst met Iran, is het belangrijk om nu lessen te trekken uit het verleden voordat de Iraanse markt weer opengaat voor internationale bedrijven.
In ‘Under a watchful eye’ analyseren SOMO, FIDH en Justice for Iran hoe de Italiaanse telecomgigant Italtel in de problemen kwam door zijn activiteiten in Iran, omdat het slecht voorbereid was op de risico’s om betrokken te raken bij de mensenrechtenschendingen van het regime.
In april 2016 tekende Italtel een overeenkomst met de door de staat gerunde Telecommunications Company of Iran (TCI), voor de levering van telecomproducten en -diensten. Het ging onder meer om internet backbone-technologie die grote risico’s op mensenrechtenschendingen met zich meebrengt via door de staat opgelegde beperkingen op de informatiestroom.
In de allereerste zaak met betrekking tot Iran in het kader van de OESO-richtlijnen dienden FIDH, REDRESS en Justice for Iran gezamenlijk een klacht in tegen Italtel, waarbij ze wezen op de sterke greep van de Iraanse autoriteiten op TCI, en beargumenteerden dat de Italiaanse multinational had nagelaten de risico’s op ernstige mensenrechtenschendingen te onderkennen. Dit leidde ertoe dat Italtel de overeenkomst herzag en een deel van de aangeboden diensten introk.
Net als Italtel hebben veel andere Europese bedrijven tussen 2015 en 2018 zich op de Iraanse markt gewaagd zonder naar behoren due diligence uit te voeren en de mensenrechtensituatie in overweging te nemen. Terwijl de regering-Biden momenteel verschillende opties overweegt om opnieuw toe te treden tot de nucleaire deal van 2015, die in 2018 door voormalig president Trump werd opgeschort, bestaat het risico dat bedrijven dezelfde fouten begaan.
“Als de spanningen tussen Iran en de internationale gemeenschap weer afnemen en de aan Iran opgelegde economische sancties worden opgeheven, is het laatste wat we willen zien hetzelfde onverantwoordelijke gedrag als in 2016, toen buitenlandse regeringen en multinationals een oogje dichtknepen voor wijdverbreide en goed gedocumenteerde mensenrechtenschendingen en zich naar Iran haastten om hun commerciële belangen uit te leven,” zegt mede-directeur Mohammad Nayyeri van Justice for Iran.
In de publicatie worden lessen getrokken uit de Italtel-zaak en aanbevelingen gedaan om de due diligence op het gebied van mensenrechten te verbeteren bij multinationale ICT-bedrijven die zaken doen met repressieve en autoritaire regimes.
“Telecom- en technologiebedrijven moeten inzien dat ICT in toenemende mate van vitaal belang is voor repressieve staten en op grote schaal, en vaak op doeltreffende wijze, wordt gebruikt om repressie in stand te houden. Daarom moeten zij een verhoogde mate van waakzaamheid aan de dag leggen wanneer zij overwegen zaken te doen in een autoritaire context, en moeten zij bereid zijn betrokkenheid te vermijden, of zich terug te trekken, indien zij anders zouden bijdragen aan ernstige schendingen van de mensenrechten,” aldus Maddalena Neglia (FIDH).
De paper bevat ook aanbevelingen voor de OESO, de Nationale Contactpunten voor de OESO-richtlijnen en regeringen, onder meer om aan te dringen op bindende wetgeving zodat due diligence-verwachtingen niet langer worden overgelaten aan vrijwillige mechanismes die bedrijven er niet wettelijk toe verplichten de mensenrechten te respecteren.
“Gezien het groeiende momentum voor verplichte due diligence – met in veel landen al wetsvoorstellen op tafel – is het belangrijk dat bedrijven die opereren in of zaken doen met regeringen met een slechte staat van dienst op het gebied van mensenrechten, onmiddellijk beginnen met het afstemmen van hun interne procedures op internationale standaarden voor due diligence,” aldus Joseph Wilde-Ramsing, senior onderzoeker bij SOMO. “Wat nu kan leiden tot reputatierisico’s, kan in de nabije toekomst ernstige juridische implicaties hebben.”
Dit is de eerste van vier papers over due diligence en zaken doen met repressieve regimes zoals Iran.