Het Rode Kruis moet meer hulp gaan verlenen aan migranten in nood in de Darién Gap, een onherbergzame jungle in het grensgebied van Colombia en Panama. Tussen januari en augustus dit jaar zijn al 70.376 migranten door de jungle gereisd, waaronder 13.655 kinderen. De Darién Gap is één van de meest gevaarlijke migratieroutes ter wereld. Deze route richting het noorden van het Amerikaanse continent wordt steeds vaker gebruikt. In heel 2016 reisden nog 30.000 mensen door het gebied.
“Het aantal migranten dat dit gebied doorkruist is nog nooit zo hoog geweest, nu de pandemie maar aanhoudt”, zegt Martha Keays, directeur van het Internationale Rode Kruis (IFRC) regio Amerika. “In Panama zien we dat er nu 600 tot 1300 mensen dagelijks de grens oversteken. De reis door de jungle is gevaarlijk, de mensen die wij helpen lopen vaak fysiek- of mentaal trauma op. Het Rode Kruis is er om hen te helpen en te voorzien van hun basis levensbehoeften.”
Hulpgoederen
Het Rode Kruis gaat, gezien de schrijnende situatie, meer hulpverlenen in onder andere Panama. In Panama verzorgt het Rode Kruis schoon drinkwater voor de migranten. Daarnaast worden er ook hulpgoederen zoals muskietennetten en toiletspullen uitgedeeld en geeft de hulporganisatie medische- en psychosociale hulp. Ook in Colombia en Costa Rica is het Rode Kruis actief voor mensen die deze reis maken.
In Colombia verzamelen migranten die de grens met Panama willen oversteken in de plaats Necoclí. In augustus wachtten er tienduizend mensen tot ze de grens over konden gaan. Het Colombiaanse Rode Kruis deelt beschermingsmiddelen uit tegen COVID-19 en geeft medische hulp. Ook ontfermt het Rode Kruis zich over de meest kwetsbare migranten. Zo checkt de hulporganisatie of er mensen zijn die extra bescherming nodig hebben, of hulp nodig hebben bij het terugvinden van familieleden die zij kwijt zijn geraakt gedurende de tocht.
Verschillende nationaliteiten
Volgens de Panamese autoriteiten reizen er mensen van veertig verschillende nationaliteiten door het gebied. Veel mensen komen uit Haïti, Cuba en Venezuela. Tegelijkertijd doorkruisen ook mensen uit Aziatische en Afrikaanse landen het gevaarlijke gebied, zoals mensen uit Angola, Burkina Faso, Nigeria, Pakistan en Oezbekistan.
“Sommige mensen die de reis maken hebben huis en haard al jaren geleden achtergelaten om een nieuw leven te starten in Zuid-Amerika. Maar de sociaaleconomische situatie, discriminatie en de COVID-19 pandemie hebben ervoor gezorgd dat zij geen baan of thuis meer hebben. Nu staan ze voor de moeilijke situatie dat zij nogmaals moeten migreren. Tijdens de reis hebben zij niets om op terug te vallen, geen water, voedsel, wc’s, medische zorg, bescherming tegen het coronavirus, informatie over hun reis of dak boven hun hoofd. Toegang tot deze basisbehoeften zou er voor iedereen moeten zijn, ongeacht de achtergrond of status”, concludeert Keays.
Monitoren migratieroute
Het Rode Kruis is gestart met het monitoren van de migratieroute van de zuidpunt van Guatemala tot de Darién Gap en centraal Amerika. Ook wordt de situatie in Haïti en Afghanistan nauwlettend in de gaten gehouden, omdat toename van humanitaire noden in deze landen zou kunnen zorgen voor een toename van migranten op de migratieroute bij de Darién Gap. In het onherbergzame gebied in Panama zijn het Rode Kruis, UNICEF en andere partnerorganisaties sinds drie jaar actief. Meer dan 20.000 mensen hebben sindsdien humanitaire hulp gekregen.