Patiënten met stadium II dikke darmkanker ondergaan vaak een operatie waarbij een deel van de dikke darm wordt verwijderd. Een deel van deze patiënten heeft baat bij aanvullende (adjuvante) chemotherapie. Het doel van aanvullende chemotherapie is om de kans op terugkeer van de ziekte te verkleinen. De onderzoekers van de PATTERN-studie willen voor deze groep patiënten adviezen op maat kunnen geven. Door gegevens uit verschillende bronnen te verzamelen kunnen ze met behulp van een beslismodel een goede keuze maken voor de patiënt.
PATTERN staat voor Personalized Adjuvant TreaTment in eaRly stage coloN cancer. Het project wordt uitgevoerd door onderzoekers van het Decision Modeling Center (DMC) van de afdeling Epidemiologie en Data Science van het Amsterdam UMC in samenwerking met onderzoekers van Integraal kanker centrum Nederland (IKNL) en Utrecht Universitair Medisch Centrum.
Om te bepalen wie baat heeft bij deze aanvullende chemotherapie zijn gegevens van patiënten nodig, die kunnen helpen om inzichtelijk te maken welke behandeling het beste past bij de patiënt. Chemotherapie op maat kan de overlevingskans vergroten en bijwerkingen van onnodige chemotherapie besparen. Nu gebeurt dit op basis van klinische en pathologische factoren, zoals de grootte van de tumor. Maar inmiddels zijn er aanwijzingen dat aan de hand van moleculaire eigenschappen van de tumor, zoals de biomarkers MMR, BRAF en KRAS, kan worden bepaald bij welke patiënten aanvullende chemotherapie zinvol is.
Het doel van de studie is dan ook om de selectie van stadium II dikke darmkankerpatiënten die voor aanvullende chemotherapie in aanmerking komen te verbeteren. Dit gebeurt met behulp van een beslismodel waarmee de gezondheidswinst op lange termijn wordt geëvalueerd als ook de doelmatigheid van nieuwe, op moleculaire afwijkingen afgestemde behandelstrategieën.
Bij stadium II is de tumor door de spierwand van de darm heen gegroeid in het vetweefsel om de darm of in de buikholte of een omliggend orgaan. De tumor is niet uitgezaaid naar de lymfeklieren.
PATTERN-beslismodel
In een beslismodel worden gegevens over gezondheidseffecten, kwaliteit van leven en medische kosten samengevoegd. Deze gegevens helpen om zo tot een besluit te komen welke behandeling het beste past bij de patiënt. In het PATTERN-model worden gegevens uit de Nederlandse Kanker Registratie (NKR) gebruikt om patronen van terugkeer van de ziekte en overleving in te schatten. Het model is verder uitgebreid met schattingen van de effectiviteit van aanvullende chemotherapie. Ook bevat het model schattingen voor de voorspellende waarde van relevante biomarkers (MSS, BRAF en KRAS). Om schattingen voor kwaliteit van leven van de patiënt te integreren in het model worden schattingen uit het Prospectief Landelijk CRC cohort (PLCRC) gebruikt.
In het PATTERN-model zijn verschillende patiënt- en tumorkenmerken opgenomen, zoals leeftijd, het stadium van darmkanker, het aantal onderzochte lymfeklieren van de patiënt, de plek waar de tumor zit en biomarkers. Een biomarker is een meetbare indicator van de medische status van een patiënt. In totaal worden van 216 patiënten de profielen bekeken. Met het beslismodel kan er een goed beeld geschetst worden van het ziekteproces voor deze groep patiënten. Uiteindelijk kan het model helpen bij het maken van een beslissing over een aanvullende behandeling van de patiënt.
Resultaten
De onderzoekers hebben verschillende aanvullende chemotherapieën met elkaar vergeleken en op basis daarvan bepaald wat de optimale behandelduur is met de therapieën FOLFOX en CAPOX. De bevindingen komen overeen met de recent wijzigingen in de Nederlandse richtlijnen voor darmkanker. Ze bevestigen dat 6 maanden de optimale behandelduur is voor FOLFOX en dat met CAPOX in 3 maanden al een optimaal resultaat kan worden behaald bij hoog risico stadium II-patiënten. Hierdoor hoeven deze patiënten 3 maanden minder lang chemotherapie te ondergaan, wat de kwaliteit van leven verhoogt.
Daarnaast heeft deze studie laten zien dat selectie van hoog-risico stadium II-patiënten verbeterd kan worden door, naast de klinische en pathologische kenmerken, ook te kijken naar de biomarkerstatus van de patiënt. Ook kan gezondheidswinst behaald worden en kan de doelmatigheid van zorg verbeterd worden door de huidige Nederlandse richtlijnen voor de selectie van patiënten voor aanvullende behandeling beter na te leven.