Fondsen.org logo

Onderzoek nodig of Israëlische aanvallen op huizen in Gaza oorlogsmisdaden zijn

Israëlische troepen minachten de levens van Palestijnse burgers door luchtaanvallen uit te voeren op burgerdoelen. Daarbij kwamen hele gezinnen om het leven, onder wie kinderen. De moedwillige vernietiging van burgerdoelen kan neerkomen op oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Amnesty International heeft vier dodelijke aanvallen van Israël op woongebouwen gedocumenteerd die plaatsvonden zonder voorafgaande waarschuwing en roept het Internationaal Strafhof (ICC) op om deze aanvallen te onderzoeken. Het dodental in Gaza blijft stijgen. Ten minste 198 Palestijnen werden gedood, onder wie 58 kinderen. Meer dan 1.220 mensen raakten gewond. Aan Israëlische zijde werden tien mensen gedood, onder wie twee kinderen, en raakten zeker 27 mensen gewond door Palestijnse aanvallen.

Burgerdoelen

‘Er ontstaat een gruwelijk patroon van Israëlische luchtaanvallen in Gaza die gericht zijn op woonhuizen’, zegt Saleh Higazi van Amnesty International. ‘In sommige gevallen werden hele gezinnen onder het puin begraven nadat de gebouwen waarin ze woonden instortten. Volgens internationaal humanitair recht moeten alle partijen onderscheid maken tussen militaire en burgerdoelen en mogen zij hun aanvallen alleen op militaire doelen richten. Ook moeten de betrokken partijen alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om de schade voor burgers tot een minimum te beperken.’

Het Israëlische leger heeft geen uitleg gegeven over de militaire doelen die het met de aanvallen beoogde. Toch kan het zonder waarschuwing bombarderen van gebouwen waarin burgers wonen, moeilijk als proportioneel worden beschouwd onder het internationaal humanitair recht. Het is niet mogelijk om grote explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden te gebruiken, zoals vliegtuigbommen die een reikwijdte van vele honderden meters hebben, zonder te anticiperen op een groot aantal burgerslachtoffers.

Door deze wrede aanvallen op woningen uit te voeren zonder waarschuwing, minacht Israël de levens van Palestijnse burgers die al sinds 2007 collectief bestraft worden door de illegale blokkade van Gaza door Israël. Het Israëlische leger beweert dat het alleen militaire doelen aanvalt en rechtvaardigt om die reden luchtaanvallen op woonhuizen. De bewoners vertelden Amnesty echter dat er ten tijde van de aanslagen geen strijders of militaire doelen in de buurt waren.

Aanvallen op burgers zijn oorlogsmisdaden

‘Opzettelijke aanvallen op burgers, hun eigendommen en infrastructuur zijn oorlogsmisdaden’, zegt Higazi. ‘Het Internationaal Strafhof onderzoekt de situatie in Palestina en zou moeten nagaan of deze aanslagen oorlogsmisdaden zijn. Straffeloosheid wakkert het patroon van onwettige aanvallen en het doden van burgers alleen maar aan. Dat hebben we herhaaldelijk gedocumenteerd in eerdere Israëlische militaire offensieven op Gaza.’

Volgens de in Gaza gevestigde mensenrechtenorganisatie Al Mezan Center for Human Rights zijn sinds 11 mei ten minste 152 woningen in Gaza verwoest. Volgens het Palestijnse ministerie van Openbare Werken en Huisvesting in Gaza hebben Israëlische aanvallen 94 gebouwen verwoest, waaronder 461 woningen en winkels, terwijl 285 woningen ernstig zijn beschadigd en onbewoonbaar zijn geworden.

Volgens het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken van de Verenigde Naties (UNOCHA) zijn meer dan 2.500 mensen dakloos geworden door de verwoesting van hun huizen en zijn meer dan 38.000 mensen intern ontheemd geraakt. Zij hebben onderdak gezocht in 48 UNRWA-scholen in Gaza, (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East).

Naast woonhuizen hebben Israëlische aanvallen ook de infrastructuur voor de voorziening van water en elektriciteit en medische voorzieningen beschadigd. De activiteiten van de installatie in Noord-Gaza die zeewater ontzilt en water levert aan meer dan 250.000 mensen zijn stopgezet. Amnesty International publiceerde eerder bewijs dat het Israëlische leger opzettelijk huizen aanviel tijdens het conflict in 2014.

Mogelijke oorlogsmisdaden door Palestijnse groeperingen

Door willekeurig raketvuur van Palestijnse gewapende groeperingen op burgerdoelen in Israël zijn ook burgers gedood en gewond geraakt. De raketten die vanuit Gaza op Israël worden afgevuurd, zijn onnauwkeurig en het gebruik ervan is in strijd met het internationaal humanitair recht dat het gebruik van willekeurige wapens verbiedt. Deze aanvallen moeten ook door het ICC als oorlogsmisdaden worden onderzocht.

Verwoestende aanvallen op woningen

In een van de zwaarste bombardementen sinds de laatste gevechten begonnen, voerde Israël op 16 mei 2021 tussen 01.00 en 02.00 uur luchtaanvallen uit op woningen in Gazastad. De aanslagen verwoestten twee gebouwen van de families Abu al-Ouf en Al-Kolaq. Daarbij kwamen dertig mensen om, onder wie elf kinderen. Het gebouw van het ministerie van Arbeid in Gaza werd ook verwoest tijdens de aanslagen. De aanval blokkeerde de Al-Wehda-straat die een van de hoofdwegen is naar het belangrijkste ziekenhuis in Gaza. De families die in het vier verdiepingen tellende Al-Ouf-gebouw woonden, werden niet vooraf gewaarschuwd en werden onder het puin begraven.

Vlak voor middernacht op 14 mei troffen Israëlische luchtaanvallen het drie verdiepingen tellende gebouw van de familie Al-Atar in Beit Lahia, waarbij de 28-jarige Lamya Hassan Mohammed al-Atar haar drie kinderen om het leven kwamen. Lamya’s vader vertelde Amnesty: ‘Ik kwam aan bij het huis dat uit drie verdiepingen bestaat – er wonen twintig mensen – ik probeerde mensen te vinden, maar dat lukte niet. Toen kwam het reddingsteam om te helpen en uiteindelijk vonden we mijn dochter met haar kinderen, van wie er één nog maar baby was, onder een van de betonnen pilaren van het huis. Ze waren allemaal dood.’