De autoriteiten van Belarus hebben nieuwe maatregelen genomen om maatschappelijke organisaties en onafhankelijke media verder te onderdrukken. Op 16 februari 2021 waren er massale invallen en werden mensenrechtenverdedigers, journalisten en vakbondsleiders ondervraagd.
‘Praktisch iedereen met banden met de politieke oppositie zit gevangen of werd gedwongen het land te verlaten. Nu hebben de Belarussische autoriteiten hun zinnen gezet op mensenrechtenverdedigers en journalisten. Hun enige misdrijf is dat ze grove mensenrechtenschendingen documenteerden die de veiligheidstroepen pleegden na de omstreden presidentsverkiezingen van afgelopen augustus,’ zegt Aisha Jung van Amnesty International.
Poging critici monddood te maken
Dit is duidelijk een centraal georganiseerde en gerichte poging om de onafhankelijke media en mensenrechtenorganisaties het zwijgen op te leggen door middel van huiszoekingen, intimidatie en vervolging. De autoriteiten zijn vastbesloten hen te verhinderen om hun legitieme mensenrechten- en journalistieke werk uit te voeren. Met deze ongekende wetteloosheid trekken de autoriteiten zich niets aan van de wijdverbreide internationale zorgen en kritiek op de autoriteiten van Belarus.
Amnesty’s oproep
‘Wij veroordelen deze brutale aanvallen die onder valse voorwendselen worden gedaan ten zeerste,’ zegt Jung. We roepen de autoriteiten op om iedereen die alleen wordt vastgehouden vanwege het vreedzaam gebruikmaken van zijn mensenrechten, onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten. De mensen in Belarus en de internationale gemeenschap blijven zich inzetten om de mensenrechten te verdedigen en om de steeds sterkere wurggreep van de autoriteiten op het maatschappelijk middenveld tegen te gaan.’
Achtergrond
De invallen begonnen in de vroege ochtend van 16 februari 2021. De politie viel de kantoren en huizen binnen van personeelsleden van de mensenrechtenorganisatie Viasna, de Belarussische Vereniging van Journalisten, de onafhankelijke vakbond REP en de huizen van tientallen activisten uit het maatschappelijk middenveld.
De invallen werden uitgevoerd in Minsk, Homel, Mahilyou, Vitsebsk en Brest als onderdeel van een ongegronde strafrechtelijke procedure op grond van artikel 342 van het Wetboek van Strafrecht van Belarus, de ‘organisatie en voorbereiding van acties die de openbare orde ernstig schenden’. Volgens de autoriteiten is het onderzoek gericht op ‘het vaststellen van de omstandigheden van de financiering van protesten’.”