Fondsen.org logo

Lentekriebels: de paddentrek komt er weer aan!

Als de lente nadert, komen de padden uit hun winterrust en gaan massaal op pad. Ze gaan vanuit het bos richting water om zich voort te planten. Hun snoeren met eitjes (paddendril) zetten ze af in het water. De paddenvisjes groeien daar op en kruipen in juni weer terug naar het leefgebied waar hun ouders vandaan kwamen.

De tocht richting het water is niet zonder gevaren. In ons drukke landje is het vrijwel onvermijdelijk dat de padden een weg moeten oversteken. Jammer genoeg valt hun tocht vaak samen met het spitsuur; ze wandelen namelijk het liefst na de schemer. Als we niks doen, zijn er landelijk ieder jaar wel tienduizenden verkeersslachtoffers te betreuren. Door het hele land zetten vrijwilligers en natuurorganisaties zich daarom in om padden over te zetten.

Paddenscherm

Nabij onze werkschuur aan de Abdijlaan in Ossendrecht, heeft Natuurmonumenten een ‘paddenscherm’ geplaatst. Zo voorkomen we dat de padden (en andere amfibieën) de weg over steken. Ze worden opgevangen in ingegraven emmers en door vrijwilligers overgezet naar het water.

De paddentrek is in de periode februari tot april. Tijdens milde, natte perioden kan het grootste deel in korte tijd naar de geboortepoel trekken. Bij grote populaties kan dit om duizenden dieren per nacht gaan!

Zelf iets doen?

Niet alleen in onze natuurgebieden zijn padden te vinden. Dit kan ook gewoon in de tuin zijn. Tuinvijvers met gladde randen zijn een gevaar voor trekkende dieren. Door bij vijvers een soort overgang of trap te maken van gaas of ruw materiaal, kunnen ze wegkomen.