In Rusland hebben de autoriteiten invallen en huiszoekingen gedaan in het kantoor van het Russische studentenblad DOXA en in de appartementen van het personeel. Ook de hoofdredacteur van een onderzoekssite werd langdurig ondervraagd. Hiermee is de persvrijheid een nieuwe klap toegebracht.
‘Vandaag hebben de autoriteiten zich verlaagd tot een nieuw dieptepunt door hun greep te versterken op media die als kritisch zijn ten opzichte van het Kremlin worden beschouwd’, zegt Natalia Zviagina, directeur van Amnesty Rusland. ‘Van het langzaam verstikken van deze media met economische straffen of het afdwingen van zelfcensuur, zijn ze overgegaan op een totale aanval op journalisten en andere mediamedewerkers. Door degenen die de moed hebben zich uit te spreken het zwijgen opleggen – onder wie studenten – wordt de persvrijheid in Rusland steeds kleiner.’
Persvrijheid steeds verder onderdrukt
Een paar dagen geleden viel de politie het appartement van Roman Anin binnen, een van de belangrijkste onderzoeksjournalisten van het land en vervolgenswerd hij verhoord. Nu richten de autoriteiten zich op de journalisten van een studentenblad en willen hen vervolgen. Dat de pijlen nu gericht zijn op de DOXA-journalisten en Roman Anin is duidelijk politiek gemotiveerd en bewijst maar weer eens hoe de vrijheid van meningsuiting in Rusland wordt onderdrukt.
Wat de bedoeling van de Russische autoriteiten is, is duidelijk. Onderzoek naar corruptie wordt niet getolereerd, wie jongeren mobiliseert om actief en vreedzaam deel te nemen aan de samenleving zal worden vervolgd, en journalisten en mediakanalen die buitenlandse financiering ontvangen, zullen worden uitgesloten en bestempeld als ‘buitenlandse agent’.
Achtergrond
Op 14 april voerden beveiligers huiszoekingen uit op het kantoor van het online studentenblad DOXA, in de appartementen van vier medewerkers en bij de ouders van twee van de journalisten. Volgens hun advocaat was de reden voor de huiszoekingen een videoboodschap van DOXA-medewerkers die op 23 januari werd gepost in de aanloop naar protesten tegen de opsluiting van Aleksei Navalny. In de video riepen de journalisten de autoriteiten op om te stoppen met het intimideren van studenten die deelnemen aan de protesten. Ze moedigden jongeren ook aan om hun recht op vreedzame samenkomst te verdedigen, zich bij mensenrechtenorganisaties aan te sluiten en zich met medestudenten te organiseren.
De hoofdredacteur van DOXA, Armen Aramyan, en drie journalisten, Alla Gutnikova, Vladimir Metelkin en Natalia Tyshkevich, werden later beschuldigd van het ‘betrekken van minderjarigen bij het plegen van handelingen die een gevaar voor het leven van de minderjarigen vormen’ (artikel 151.2 van het Wetboek van Strafrecht). Hier staat een maximale gevangenisstraf van 3 jaar op. De rechtbank is verzocht hen onder huisarrest te plaatsen, hen te verbieden om internet te gebruiken en om te communiceren met anderen dan familieleden en advocaten.
Op 9 april werd Roman Anin, hoofdredacteur van onderzoekssite Vazhnye Istorii, gedurende zeven uur ’s nachts ondervraagd in verband met een strafzaak op grond van artikel 137, lid 2 van het Wetboek van Strafrecht dat gaat over de schending van de privacy. Anin werd later, op 13 april, opgeroepen voor een ander verhoor. De zaak werd geopend op verzoek van de toenmalige echtgenote van het hoofd van de staatsoliemaatschappij Rosneft, Igor Sechin, die volgens een artikel dat Anin schreef in verband wordt gebracht met een jacht ter waarde van 840 miljoen euro.