Na de coronapandemie en de klimaatcrisis brengt nu ook de oorlog in Oekraïne de wereldwijde voedselvoorziening ernstig in gevaar. Zoals altijd, betalen de armste mensen hiervoor de hoogste prijs. Een effectieve manier om deze noodsituatie aan te pakken: investeren in klimaatbestendige voedselsystemen in samenwerking met kleinschalige boeren.
Deze Senegalese boerin neemt deel aan een Cordaid-project en kan daardoor haar land bewerken met behulp van zonne-energie. Beeld: Cordaid/STARS
“De crisis in Oekraïne laat zien hoe noodzakelijk het is om ons voedselsysteem drastisch te veranderen”, zegt Bram Peters, expert op het gebied van voedselsystemen bij Cordaid. “Momenteel produceren we genoeg om de hele wereld te voeden, maar we laten miljoenen mensen voortdurend balanceren op de rand van een hongersnood.”
Helft Afrikaanse tarwe uit Rusland en Oekraïne
Samen produceren Rusland en Oekraïne 30% van al het tarwe in de wereld. Omdat zij de goedkoopste op de markt zijn, gaat veel hiervan naar landen met voedseltekorten en een laag nationaal inkomen.
Zo komt de helft van de Afrikaanse tarwe-import uit Rusland en Oekraïne. Op 22 maart waren de mondiale tarweprijzen al met 19% gestegen, als gevolg van de oorlog. Beide landen leveren ook meststoffen en andere essentiële producten zoals maïs, koolzaad, zonnebloempitten en olie.
Kortom, de wereld, en met name het deel dat al te lijden had onder voedseltekorten, is sterk afhankelijk van twee landen die in oorlog zijn.
Abeza Josee is de secretaris van een boerencoöperatie in Rwanda. Cordaid ondersteunt deze coöperaties om de maïsproductie te vergroten en toegang te krijgen tot de markt. Beeld: Cordaid/STARS
Achilleshiel van het mondiale voedselsysteem
Volgens Peters is de complexiteit van het huidige voedselsysteem ook zijn achilleshiel. “De ketens zijn in de decennia na de Tweede Wereldoorlog steeds ingewikkelder geworden. Voedselmarkten zijn sterk afhankelijk van handel, transport, logistiek en aandelenmarkten. Omdat de landbouw weer sterk afhankelijk is van fossiele brandstoffen, heeft een crisis in een van deze systemen een domino-effect.”
“Gezien de snelle achteruitgang van ons ecosysteem, moeten we haast maken.”
Veel Afrikaanse landen kennen de voedselproblemen maar al te goed. Daarom ligt daar ook vaak juist de expertise om de problemen aan te pakken. Neem Rwanda, een land dat de afgelopen 20 jaar met succes tegen honger heeft gestreden, met tekorten die nog steeds ‘zorgwekkend’, maar niet langer ‘alarmerend’ zijn.
“64% van de tarwe en 14% van de meststoffen hier komt uit Rusland”, zegt Shyaka Revocatus, een Rwandese adviseur voor Cordaid op het gebied van waardeketens. “Omdat we een klein en bergachtig land zijn, kunnen we het niet zelf op grote schaal produceren. In de afgelopen weken zijn de prijzen aanzienlijk gestegen. Daarom promoot de overheid nu lokaal geproduceerde vervangers voor tarwe, zoals cassave en zoete aardappelen.”
Voedselsysteem hervormen is noodzaak
Om landen die in een hongersnood dreigen te belanden beter te beschermen, dringt Bram Peters aan op grondige veranderingen in het voedselsysteem. “En gezien de snelle achteruitgang van ons ecosysteem, moeten we haast maken ook.”
De hervormingen zullen heel wat voeten in de aarde hebben, maar volgens Peters begint het simpelweg bij de bereidheid van overheden om de problemen aan te pakken. “Als we honger willen aanpakken, dan moeten we radicale veranderingen in gang zetten. Veranderingen in de manier waarop mensen voedsel produceren, verwerken, verhandelen, transporteren én eten.”
Hakizamungu Theophile, Nkuriyimana Theoneste en Hagenimana Jean Baptiste zijn Rwandese rijstproducenten. Zij werden ondersteund door Cordaid om de kwaliteit van verwerkte rijst te verbeteren en een betere markttoegang te krijgen. Beeld: Cordaid/STARS
Peters vervolgt: “Allereerst moeten we meer doen om het Wereldvoedselprogramma te financieren. Op de lange termijn moeten we ons voedselsysteem duurzamer en inclusiever maken. Duurzamer betekent klimaatvriendelijker. Inclusiever betekent dat we kleinere producenten moeten beschermen, meer inspraak moeten geven en dat zij toegang moeten krijgen tot investeringskapitaal en tot markten. Kleinschalige boeren voeden hun omgeving en houden lokale markten in leven, juist in de gebieden in Afrika en Azië waar honger op de loer ligt.”
“Laat de oorlog in Oekraïne zo snel mogelijk stoppen. In de eerste plaats omwille van de Oekraïners. Maar laat het ook een wake-up call zijn.”
Kleinschalig = grootschalig
Om het werk van deze boeren te omschrijven als kleinschalig, doet hun aandeel in de mondiale voedselvoorziening eigenlijk te kort, vindt Peters. “Er zijn ongeveer een half miljard kleine boerenbedrijven in de wereld en twee miljard mensen zijn daarvan afhankelijk. Deze boeren zijn noodgedwongen extreem efficiënt in het beheren van hun kleine percelen. Bovendien presteren ze op het gebied van milieu en duurzaamheid veel beter dan de grote, industriële producenten.”
In het STARS-project heeft Cordaid, samen met andere organisaties, kleinschalige boeren ondersteund in Rwanda, Senegal, Ethiopië en Burkina Faso.
Wake-up call
“Laat de oorlog in Oekraïne zo snel mogelijk stoppen”, zegt Idrissa Ba, werkzaam voor Cordaid in Senegal, waar voedselprijzen sinds het begin van de crisis zijn geëxplodeerd. “In de eerste plaats omwille van de Oekraïners. Maar laat het ook een wake-up call zijn. Om onze eigen markten verder te ontwikkelen, te versterken en meer te investeren in onze eigen boeren en onze eigen voedselvoorziening.”
Shyaka Revocatus in Rwanda vult aan: “Laten we wel stevig verbonden blijven door middel van internationale handel, maar dan op meer gelijke voorwaarden.”
Geschreven door Frank van Lierde, corporate redacteur bij Cordaid.