De Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) is op 25 september 2013 opgericht. De leden bestaan uit Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, de Federatie Particulier Grondbezit, LandschappenNL, het Rijksvastgoedbedrijf en Natuurnetwerk Gemeenten. De VBNE is een privaatrechtelijke vereniging van, voor en door bos- en natuureigenaren. De VBNE vertegenwoordigt daarmee 70% van het bosareaal en 90% van het natuurareaal in Nederland. Op 6 juni 2016 hebben de leden hun Agenda VBNE 2016-2020 vast gesteld. Hierin staat op welke activiteiten ze zich de komende jaren gaan richten. De VBNE zet zich in voor het professioneel beheer van bos en natuur door:
- Vergroten efficiëntiewinst beheer
Denk aan het opstellen van de gedragscodes bos en natuur; het maken van toegankelijke praktijkadviezen over implementatie van nieuwe wet- en regelgeving; het omgaan met teken en de ziekte van Lyme; een stap-voor-stap aanpak voor het verwarmen op eigen hout: het is efficiënter om dit gemeenschappelijk te doen met een aantal experts dan dat elke organisatie/ beheerder dit afzonderlijk moet uitzoeken. - Vergroten eenduidigheid beheer
Denk bijvoorbeeld aan eigenaar overschrijdende vraagstukken zoals risicobeheersing bij natuurbrandbeheersing of het bestrijden van ziekten en plagen en invasieve exoten waarbij een gemeenschappelijke eenduidige aanpak van groot belang is. Of denk aan de eenduidige cao bos en natuur. - Vergroten van de kwaliteit beheer
Door samen te werken is schaarse kennis en kunde beter te ontwikkelen en in te zetten wat tot meer professionaliteit leidt. Denk aan de ‘veldwerkplaatsen’ waarbij top-experts met een kleine groep beheerders en eigenaren de laatste stand van zaken bespreekt met betrekking tot bijvoorbeeld het beheren van bossen op arme zandgronden. Leden van de VBNE kunnen hier tegen een sterk gereduceerd tarief aan deel nemen. Zie ook www.veldwerkplaatsen.nl. - Vergroten effectiviteit naar buiten toe
Denk aan het stellen van gezamenlijke eisen aan derden, zoals richting bosaannemerij of leveranciers van bosplantsoen. Of door gezamenlijk op te trekken bij vraagstukken in de bedrijfsvoering die veroorzaakt wordt door wet- en regelgeving, zoals het versoepelen van de afvalstoffenwet zodat biomassa uit natuur niet meer als afval wordt gezien en zelfs geld kan opbrengen.