Het burgerinitiatief Land van Ons is een coöperatie die landbouwgrond koopt voor herstel van biodiversiteit en landschap. Bij biodiversiteit denkt vrijwel iedereen aan onze natuur. Er zijn echter al genoeg organisaties (zoals Natuurmonumenten) die zich richten op behoud van natuurgebieden.
Wij richten ons juist op de landbouw.
Tot 60 jaar terug was er enorm veel biodiversiteit in ons landbouwgebied. Niet alleen ging en gaat het om heel veel grond: twee derde van Nederland is landbouwgrond. Ook zorgde de toen kleinschalige landbouw, met een mix van akkerbouw en veeteelt, voor een grote rijkdom aan divers leven.
Daarna zijn er onder druk van gewenste schaalvergroting vele ingrepen in het landschap gepleegd, die vrijwel altijd een achteruitgang voor de biodiversiteit tot gevolg hadden. Niet alleen in het landbouwgebied zelf, maar ook in de aanliggende natuurgebieden. De sleutel voor herstel van onze biodiversiteit ligt dus in onze landbouwgrond. Daar kan Land van Ons de grootste meerwaarde bereiken. En natuurlijk gaan ook natuurgebieden daarvan profiteren.
atuurlijk moeten we niet alle agrarische bedrijven over één kam scheren. Er zijn gelukkig veel boeren die wél aandacht hebben voor landschap en biodiversiteit.
Maar deze ‘biologische’ bedrijven vormen samen slechts 3.3 % van het Nederlandse landbouwgebied. En de veranderingen gaan heel traag. In de zestiger jaren van de vorige eeuw was er al kritiek op het verdwijnen van kenmerkende landschapselementen en biodiversiteit. De problematiek rond fosfor, stikstof en andere schadelijke stoffen bestaat al vanaf de zeventiger jaren.
In al die jaren (en nu nog steeds) leidde de politieke discussie daarover tot prachtige doelstellingen en beleidsvoornemens, maar tot weinig resultaat.
Wat zich wreekt is dat we in Nederland geen kaderstellende langetermijnvisie hebben op de inrichting van ons land. Gevolg is dat elke partij in de markt z’n eigen ruimte zoekt en vindt, waarbij de dan ontstane excessen weer gerepareerd worden met een diarree aan regelgeving, die vervolgens niet gehandhaafd wordt.
Kind van de rekening is alles wat voor zijn ontwikkeling tijd nodig heeft: bodemontwikkeling, ecosystemen, plant- en dierenleven.
De biodiversiteitsbuffer van ons landbouwareaal is dus inmiddels vrijwel verdwenen. Die grond wordt steeds meer op een industriële wijze gebruikt:
- de ratrace om steeds meer te produceren tegen steeds lagere prijzen, overeind gehouden door subsidies;
- het gebruik van grotere machines, die grotere aaneengesloten percelen nodig hebben;
- het inzaaien van monocultures (met als doel een hogere opbrengst), het verlagen van de grondwaterstand, zodat er vroeger in het voorjaar op het land gereden kan worden, enz. enz.
Gevolg (als we bijvoorbeeld kijken naar de veeteelt): ons 1 miljoen ha grote weidegebied bestaat weliswaar uit groen gras, maar van robuuste ecosystemen in die weidegebieden is niet of nauwelijks meer sprake. Niet alleen doordat die weidegebieden 5 à 8 keer per jaar worden gemaaid en de grond vergiftigd wordt door mestinjecties.
Maar ook doordat sloten en slootkanten dichtgegooid zijn, hagen en ander opgaand struweel is gerooid en de oorspronkelijke kruidenrijke zode is vervangen door Engels en Italiaans raaigras.