In de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn de afgelopen acht maanden 1,4 miljoen mensen uit hun huizen verdreven. Bijna een derde van de totale bevolking is op de vlucht geslagen nu het conflict tussen regeringstroepen en de gewapende oppositie escaleert. Door aanvallen op dorpen trekken veel mensen naar de steden. Onze teams zien hier een toename van het aantal patiënten. ‘De verwondingen zijn met name veroorzaakt door seksueel geweld,’ licht Benjamin Collins toe. Collins is medisch teamleider in ons ziekenhuis in Kabo, een stad in het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek vlakbij de grens met Tsjaad.
Aanvallen in steden en op platteland
Onze teams zijn sinds 1997 actief in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), waar het al jaren onrustig is. Sinds eind december hebben verschillende gewapende groepen de krachten gebundeld tegen het regeringsleger. De gewapende groepen weigeren zich neer te leggen bij de verkiezingsuitslag, waarbij Faustin-Archange Touadéra opnieuw tot president is verkozen. Maanden later is de situatie nog steeds extreem gevaarlijk. Er zijn aanvallen in de steden, maar het is ook onveilig op het platteland. Onze teams werken in 13 projecten, door het hele land. Ook lanceren we extra noodprojecten in zwaar getroffen gebieden.
Gewond op de vlucht
Met steeds meer mensen op de vlucht, zien onze teams het aantal patiënten in de ziekenhuizen in de steden toenemen. Een van die patiënten is Naodia uit Beltounou, een dorp aan de rand van de stad Kabo. Op 23 juni wordt Beltounou aangevallen. Vier mensen overlijden, vier anderen raken gewond en vijftien huizen worden in brand gestoken, waaronder het huis van Naodia. Met een kogel in haar zwangere buik, slaat ze met haar gezin op de vlucht naar ons ziekenhuis Kabo. We hebben haar meteen geopereerd.
Drukte in de stad, stilte in de dorpen
Terwijl ziekenhuizen worden overspoeld met patiënten, zien onze teams dat het angstvallig stil blijft in de klinieken op het platteland. Faya werkt in een van onze klinieken in Farazala, waar nu minder mensen komen opdagen voor een medische afspraak. ‘Vrouwen die slechts vier of vijf kilometer verderop wonen, bevallen nu thuis,’ zegt Faya. ‘Mensen zijn bang om de deur uit te gaan.’
Motorhulp wordt afgeremd
Het vervoer tussen onze kliniek in Farazala en ons ziekenhuis in Kabo is ook minder eenvoudig geworden. ‘Onze teams laten motorrijders medicijnen en gewonde patiënten vervoeren, maar intussen zijn veel motoren afgepakt door gewapende groepen. Ook heeft de regering het gebruik van de motors op sommige wegen verboden. Ze gaan er vanuit dat motorrijders rebellen zijn,’ licht Faya toe. Sommige van onze motorrijders zijn onderweg aangevallen en beroofd. Onze teams doen er alles om onze medische zorg voort te zetten. We lanceren extra noodprojecten in door het conflict getroffen gebieden.