In het komend jaar richt Stichting Vluchteling zich op de effecten van de pandemie op mensen in oorlogsgebieden en crisissituaties. Het gaat dan bijvoorbeeld om toegang tot gezondheidszorg, werkgelegenheid en voedsel. Ook vaccins tegen het virus zijn een belangrijk thema, zegt Yoseph Melaku, arts en epidemioloog van Stichting Vluchteling: “Ook landen in Afrika en Azië moeten daarover kunnen beschikken.”
Yoseph Melaku was meteen op zijn hoede toen in februari 2020 het coronavirus zich vanuit China begon te verspreiden. Samen met twee andere medewerkers bij Stichting Vluchteling zette hij een commissie op om beleid te ontwikkelen en dat zo snel mogelijk in de praktijk te brengen. De commissie richtte zich in de eerste plaats op samenwerking met lokale partners in landen waar Stichting Vluchteling actief is. Daarnaast zette het in op samenwerking met internationale partners.
“In het begin was onze voornaamste zorg de positie van mensen in landen die verkeren in een humanitaire crisis”, blikt Yoseph terug op het begin van de coronacrisis. “Vluchtelingen en ontheemden leven vaak in overvolle kampen in landen met te zwakke systemen om een crisis goed op te kunnen vangen. We waren daarom bang dat het virus daar extra hard zou toeslaan. We zetten dus in op het verhogen van kennis over corona en beschermingsmiddelen voor gezondheidswerkers. Ook het organiseren van patiëntenstromen was belangrijk, dus het scheiden van mensen met coronaklachten van andere patiënten in ziekenhuizen en klinieken.”
Actie was ook nodig bij projecten die niets met gezondheidszorg te maken hadden, zoals onderwijs of voedseldistributie. Dergelijke activiteiten werden óf naar buiten verplaatst, óf er werd buiten een tent opgezet die ruim genoeg was om besmettingen te voorkomen.
In totaal werkte Stichting Vluchteling in de eerste tien maanden van de coronacrisis voor zo’n 360.000 mensen in zeventien landen, van Irak en Nigeria tot Curaçao en Colombia.
Yoseph Melaku
Statistieken
Het mooie was, merkten Yoseph en zijn collega’s na verloop van tijd, dat hun grootste angsten over oncontroleerbare aantallen zieken en hoge sterftecijfers niet werden bewaarheid. Yoseph: “Het kon zijn dat het sterftecijfer lager was dan verwacht omdat doden niet als coronadoden werden geregistreerd, maar dat bleek niet zo te zijn: de statistieken lieten nauwelijks oversterfte zien. We denken dat dat te maken heeft met het feit dat de bevolking in veel landen waar we werken jong is. Ook het aantal mensen met onderliggende problematiek, vooral hart- en vaatziekten, ligt in die landen veel lager dan in bijvoorbeeld Nederland of andere ontwikkelde landen.”
Yoseph noemt nog een mogelijke reden waarom corona niet zo ernstig om zich heen grijpt als verwacht in de landen en regio’s waar Stichting Vluchteling actief is: ‘connectiviteit’. Hij legt uit: “Als mensen zich verplaatsen, doen ze dat vaker lopend, ook over langere afstanden, dan per trein of bus. Ze zitten dus niet op elkaar gepakt als ze ergens naartoe moeten.”
Economie
Tegelijkertijd zagen Yoseph en zijn collega’s op welke manieren het virus de levens van mensen wél negatief beïnvloedde. “Dat was op het vlak van toegang tot gezondheidszorg, toegang tot de arbeidsmarkt en tot voldoende voedsel. Die impact was in de landen waar Stichting Vluchteling werkt juist heftiger dan in Europa of Noord-Amerika, omdat de regeringen geen geld hebben om in de economie te pompen. Daardoor gaat bijvoorbeeld meer werkgelegenheid verloren.”
Met die grotere kennis over hoe het virus zich gedroeg en wat de impact op vluchtelingen en ontheemden precies was, werd natuurlijk het beleid bijgestuurd. Yoseph vat samen: “We hebben de focus verlegd van het virus zelf naar de effecten en consequenties ervan voor het leven van vluchtelingen en ontheemden. Dat zullen we het komend jaar blijven doen.” Ook zullen in 2021 alle hulpprojecten sowieso corona-proof moeten zijn.
Een ander thema waar Stichting Vluchteling zich voor wil inzetten, is beschikbaarheid van het coronavaccin voor ontwikkelingslanden en voor vluchtelingen en ontheemden. Het is zaak op te passen voor ‘vaccin-nationalisme’, oftewel het gevaar dat regeringen van Europa en Noord-Amerika vooral aan hun eigen bevolking denken en zoveel mogelijk vaccins opkopen, ten koste van mensen in conflictgebieden. Naar verwachting gaat 75% van de vaccins in 2021 naar deze landen.
Gelijke toegang tot vaccins
Yoseph legt uit dat de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) in samenwerking met allerlei partners het initiatief COVAX heeft opgezet. Dat is onder andere gericht op gelijke toegang tot vaccins voor de niet rijke landen. Het gaat dan níet om de vaccins die nu vooral bekend zijn, zoals die van Pfizer en Moderna, want die zijn te duur. Yoseph: “Bovendien moeten ze bij lage temperaturen getransporteerd en opgeslagen worden en dat is in veel landen niet haalbaar. Gelukkig worden er op veel plekken vaccins ontwikkeld. COVAX richt zich bijvoorbeeld op een vaccin dat ontwikkeld wordt door farmaceutisch bedrijf Johnson & Johnson, eentje die wordt ontwikkeld aan de Universiteit van Oxford, en een vaccin uit India.”
Het is zaak op te passen voor ‘vaccin-nationalisme’.
Yoseph Melaku
Eerlijkst
Yoseph brainstormt ondertussen met het team van Stichting Vluchteling en met lokale en internationale partners over hun speciale doelgroep: hoe gaan ook vluchtelingen en ontheemden zo snel mogelijk toegang krijgen tot vaccins? “Er zijn wereldwijd bijna 80 miljoen mensen op de vlucht”, rekent hij voor, “en een vaccin kost 6 dollar per persoon. Dan ben je dus al 400 miljoen dollar verder voor alléén het vaccin. Dan moet je het ook nog verspreiden, opslaan, en het vaccinatieprogramma opzetten.”
Wat hij eigenlijk het eerlijkst zou vinden, is een getrapte prijs voor beschikbare vaccins. Met andere woorden, drie verschillende prijsstellingen: eentje voor hoge inkomens landen, eentje voor middeninkomens landen en eentje voor lagere inkomens landen.
Stichting Vluchteling helpt in 17 landen
In veel landen waar wij werken komt corona bovenop andere problemen zoals honger, droogte of oorlog en conflict. Met onze hulp proberen we het ergste te voorkomen. Door mondmaskers uit te delen, isolatiecentra op te richten en mensen voor te lichten over de gevaren van het virus. Op dit moment ontvangen 360.000 vluchtelingen in 17 landen onze hulp.