Fondsen.org logo

Broedperiode begint in de oudste aalscholverkolonie van Nederland

“Ze zitten alweer op de eieren…”, zegt onze boswachter Ronald Messemaker na een bezoek aan de aalscholverkolonie van Natuurmonumenten bij Wanneperveen. Het broedseizoen in de oudste kolonie van Nederland is kortom van start.

Populatie neemt weer iets toe

Bijna een eeuw geleden streken de eerste aalscholvers neer aan de Westelijke Schutsloot, vlakbij de Bakkerskooi. De kolonie groeide snel, in de hoogtijdagen zochten vijftienhonderd broedparen een plekje. Die aantallen zijn al lang verleden tijd, al neemt de laatste jaren de populatie in De Wieden wel weer iets toe: van ruim 300 in 2018 naar meer dan 400 in 2020.

Vroege broedpogingen

Aalscholvers beginnen meestal vroeg aan hun broedpogingen. Ze transformeren in januari al naar hun baltskleed met een witte dijvlek, witte sierveren op de kop en een oranje washuid bij de snavel.  “Ze hebben blijkbaar geen last van de sneeuwbuien, de storm en de vorst van de afgelopen periode, want het is nu alweer een drukte van belang in de kolonie”, zegt Messemaker.

Bij zacht weer kans op legsel

Of de vroege broedpogingen gunstig uitpakken, wordt pas in het voorjaar duidelijk. “Dat kan twee  kanten opgaan. Bij zacht weer is de kans op succesvol legsel groot en komt er bovendien nog een tweede mogelijkheid. Slaat het weer om, dan zijn de risico’s groot. Een paar jaar geleden zorgde vorst in maart voor veel bevroren eieren. Ook stierven veel vrouwtjes op het nest. De drang om eieren warm te houden is zo groot dat ze niet van het nest af durven te gaan en niet voldoende eten.”

‘Broedzorg’ is lang

De ‘broedzorg’ van grote vogels zoals aalscholvers is lang, vertelt Messemaker. “Bouwen van een nest duurt ongeveer vijftien dagen. Vervolgens zijn ze 25 tot 28 dagen bezig met broeden, dan nog ongeveer 35 dagen met het voeren van kuikens. Pas daarna zijn ze zo zelfstandig dat ze het nest verlaten.”